Ooit, voor het slapen gaan, vertelde Koning Quercus het verhaal van Robin Hood aan Puk en Phoenix. Toen hij vertelde over de elfen die Robin hielpen, wenste Phoenix dat zij zelf eens een elfje kon zijn. En toen zij Eucalyptus daarnaar vroeg, versprak deze zich.
“Je kunt heel eenvoudig door de elfenpoort”. “O ja, de elfenpoort? Waar vind ik die?”, vroeg Phoenix opgewonden. “In de rivier ligt een eiland. Op dat eiland staat een boom en in die boom zit een gat. Dát is de elfenpoort. Maar haal je geen gekke dingen in je hoofd. Het is vreselijk gevaarlijk om elf te zijn”. Maar Phoenix luisterde niet meer en haastte zich naar het eiland. Eucalyptus, die nu door had dat ze teveel had gezegd vloog, samen met Puk, op haar bezem achter haar aan. Helaas! Zij kwamen te laat. Een vrolijk elfje dat sprekend op Phoenix leek, fladderde rond hen heen en riep blij: “Kijk ik kan vliegen. Ik ben een elfje”.
Eucalyptus was helemaal niet blij. “En hoe wordt je weer Koecker?” “Nou gewoon”, begon Phoenix en vloog achterlangs de boom terug door de elfenpoort. “Hé, dat werkt niet. O jé, Eucalyptus, doe iets”. De heks zuchtte. “Het enige dat helpt is een flinke scheut eenhoornsap. Daarop keek ze Puk aan die kleurde. “Dat was zeker die fles die ik bij de toverles kapot heb laten vallen”. “Precies. We moeten als de Koeckerse Koecker een eenhoorn vinden en dat zal niet gemakkelijk zijn. We moeten naar de ruïne in het Verboden Bos. Daar is er laatst een gezien, las ik in de Toverkrant. Maar het Verboden Bos is een vreemde en gevaarlijke plek. Blijf dicht bij me en doe niets zonder dat ik het weet”. Zo kwamen Puk, Phoenix en Eucalyptus even later in het Verboden Bos aan. Het was er donker en stil. De muren van de oude ruïne stonden troosteloos op een kleine heuvel. Maar hoe ze ook zochten. Nergens ontdekten ze een eenhoorn.Phoenix begon zich nu grote zorgen te maken en begon te jammeren en te huilen. “Hoe moet dat nu als ik nooit meer een echte Koecker kan zijn”.Het geweeklaag van Phoenix trok de aandacht van een oude, grimmige man, gehuld in een rode mantel. Zijn naam was Elix en hij was ooit verbannen door Koning Quercus omdat hij met behulp van een draak Koning der Koeckers wilde worden. Nu woonde hij in het Verboden Bos en vulde hij zijn dagen met het verzinnen om alsnog koning te worden. Zodra Elix Eucalyptus zag begon hij te grinniken; “Hé Oude heks, zijn er problemen? Ach ik zie het al. Als dat niet Prinses Phoenix is”. En hij maakte een overdreven buiging. “Maar oh nee, u bent een elf geworden? Arme kind, hoe moet dat nou verder?” “Durf je wel laffe tovenaar. Tegen een kind? Zeg me liever waar de eenhoorn is. We hebben dringend een flesje eenhoornsap nodig”. Maar Elix draaide zich om en zei: “Eenhoorn? Hier? Ik weet van niets. Helemaal van niets!”.
En hij ging er met een vrolijke tred vandoor. Eucalyptus keek hem na en zei: “Ik vertrouw hem niet. Dat heb ik nooit gedaan, maar nu ben ik er zeker van; hij weet meer dan hij ons doet vermoeden. Phoenix, jij bent klein genoeg. Vlieg snel achter hem aan en probeer te ontdekken wat hij in zijn schild voert”. Phoenix keerde al snel terug. Helemaal hoteldebotel vertelde ze dat Elix de eenhoorn in een klein, donker stalletje achter zijn huisje gevangen houdt. “Het arme beest kan zich nauwelijks bewegen en er komt geen straaltje licht binnen. De deur is gesloten met een magisch slot en wordt bewaakt door een tovertouw. Ik heb het dier beloofd dat we terugkomen”.“En dat zullen we. Laat me eens denken”, sprak Eucalyptus en Puk meende haar hersenen te horen kraken terwijl zij een oplossing bedacht. Opeens klaarde haar gezicht op: “Slotopen, dat is het”. Slotopen was een toverdrank om sloten open te krijgen. “Puk. Jij speelt toch zo graag Robin Hood? Ik zie dat je je pijl en boog bij hebt. Dat is uitstekend. We dopen je pijlen in Slotopen en jij schiet ze vanuit de struiken in het slot. Zo kunnen we de eenhoorn bevrijden”. Puk en Phoenix zochten alle ingrediënten voor de drank en Eucalyptus ging aan de slag. Toen uiteindelijk de drank klaar was doopte Eucalyptus Puks pijlen in de drank. Puk, die een fantastisch boogschutter was, richtte en schoot.... recht in het slot. Meteen klikte en klakte het daarbinnen en het slot viel open. De eenhoorn stampte tegen de deur en vloog naar buiten. Maar zij waren het tovertouw helemaal vergeten. Nauwelijks was de eenhoorn er overheen gesprongen of het rolde zichzelf af en vloog door de lucht als een enorme lasso. Maar de eenhoorn was sneller en rende het bos in. Phoenix vloog moeiteloos met hem mee, gevolgd door het touw dat telkens probeerde zich om de benen van het dier te slaan.Eucalyptus sprong op haar bezem. Puk sprong bij haar achterop en ging op de bezem staan. Telkens moest hij zijn evenwicht bewaren als Eucalyptus de bomen van het bos moest ontwijken. Elix, tenslotte, had door het raampje van zijn huisje gezien dat de eenhoorn ontsnapt was en liet alles liggen waar hij mee bezig was. Vloekend en tierend rende hij, zo hard hij kon door het bos. Het was een dolle vertoning.Uiteindelijk sloeg het ene uiteinde van het touw om het achterbeen van de eenhoorn. En deze zou vreselijk zijn gevallen als Puk niet een van zijn pijlen af had geschoten. Deze trof het touw dat meteen losliet. De pijl sloeg in een boom en het touw zat nu aan één kant vast. Snel schoot Puk een tweede keer en nu werd ook het andere uiteinde vastgepind door een pijl.

Maak jouw eigen website met JouwWeb